Traagschuim en gel is net als HR koudschuim een polyurethaan. Tijdens het productieproces kunnen laboranten additieven toevoegen om polyurethaan een bepaalde functie mee te geven.
HR koudschuim ligt aan de ene kant van het gamma, en reageert zeer direct op lichaamsdruk en bewegingen. Het materiaal heeft door de hoge veerkracht een hogere ‘wiebelfactor’ (materiaal veert en deint meer).
Traagschuim ligt aan de andere kant van het gamma en reageert thermo-elastisch. Dit betekent dat het traagschuim en gel reageert op basis van lichaamswarmte, en hierdoor zachter wordt op de punten (schouders en heupen) waar de druk en warmte het hoogst is. Omdat het materiaal een progressief zeer lage tegendruk kent biedt het zeer weinig tegendruk, waardoor het materiaal ook in wordt gezet om decubitus te voorkomen.
Gel matrassen vallen tussen deze twee materialen in. De goede klimaateigenschappen en het makkelijke omdraaien van HR koudschuim worden gecombineerd met de lagere tegendruk van traagschuim.
Voor traagschuim en gel matrassen geldt dat er altijd met een dragende kern wordt gewerkt. Een matras kan nooit enkel uit traagschuim of gel bestaan, omdat een dragende kern nodig is om de juiste steun en tegendruk te bieden. De dragende kern wordt normaal gesproken van polyether, HR koudschuim of pocketvering gemaakt. De traagschuim of gel laag wordt normaal gesproken in een dikte vanaf zo’n 3 tot 8 centimeter gemaakt.
Traagschuim en gel matrassen hebben als voordeel de lage tegendruk en nauwkeurige ondersteuning. Het nadeel van traagschuim matrassen is dat het omdraaien wat moeilijker kan zijn en het matras warmer aanvoelt. Bij gel zijn deze nadelen al iets meer beperkt, maar het matras is alsnog wat warmer dan een pocketvering en HR koudschuim matras.